Francis Ngannou voegde zich in het rijtje van Afrikaanse UFC kampioenen met het verslaan van de Amerikaan Stipe Miocic afgelopen nacht in Las Vegas. Het was een herkansing waar Ngannou liet zien een van de meest gevaarlijke vechters te zijn binnen de UFC. Wie het verhaal kent van
Ngannou weet dat deze ooit als vluchteling naar Frankrijk kwam. Ngannou liet zijn vaderland Kameroen achter zich en zocht zijn weg naar het Europese vasteland. Toen hij echter Europa bereikte, kreeg hij in Spanje twee maanden gevangenisstraf wegens het illegaal oversteken van de grens.
<--->
Nadat Ngannou Parijs had bereikt, had hij geen geld, geen vrienden en geen woonruimte. Nadat hij dakloos in de straten van Parijs had geleefd, begon hij in augustus 2013 gratis te trainen onder Didier Carmont. Als fan van Mike Tyson was Ngannou oorspronkelijk geïnteresseerd in het leren boksen, totdat zijn coach hem kennis liet maken met de MMA-sport. Ngannou sloot zich aan dei de UFC en de rest is inmiddels geschiedenis.
Niet te verslaan
Naast Ngannou zijn er nog twee van oorsprong Afrikanen die zich inmiddels UFC-kampioen mogen noemen.
Kamaru Usman werd geboren in Auchi, Nigeria. Zijn vader zat in het Nigeriaanse leger en zijn moeder was een leraar. Usman's vader, die apotheker werd in de Verenigde Staten, bracht zijn gezin naar het land toen Usman acht jaar oud was en emigreerde naar Dallas, Texas. Usman regeert al geruime tijd de UFC weltergewicht divisie.
Laatste maar zeker niet de minste van de drie is
Israel Adesanya, de voormalige GLORY kickbokser maakte naam voor zichzelf en stapte na het kickboksen over naar het MMA. Ook hij voegde zich bij de UFC en werd daar de middengewicht kampioen. Recentelijk vocht hij nog voor de UFC lichtzwaargewicht titel maar verloor van de regerend kampioen de Pool Jan Błachowicz.